Onze laatste lessen zullen zoveel mogelijk vrij van woorden blijven. We gebruiken ze alleen bij het begin van onze oefening, en alleen maar om ons eraan te herinneren dat we ernaar streven daaraan voorbij te gaan. Laten we ons tot Hem wenden die ons voorgaat op de weg en onze schreden zeker maakt. Aan Hem laten we deze lessen over, zoals we voortaan ons leven geven aan Hem. Want we willen niet opnieuw terugkeren naar het geloof in zonde, dat gemaakt heeft dat de wereld lelijk en onveilig leek, aanvallend en vernietigend, gevaarlijk in al haar wegen en zo verraderlijk dat er geen hoop op vertrouwen en ontsnapping aan pijn mogelijk leek.
Zijn weg is de enige waarmee we de vrede vinden die God ons gegeven heeft. Het is Zijn weg die ieder in het eind moet gaan, omdat dit het eind is dat God Zelf heeft vastgesteld. In de droom van de tijd lijkt het heel ver weg. Maar in waarheid is het al hier, en dient het ons al als genadige leiding op de weg die we moeten gaan. Laten we samen de weg volgen die de waarheid ons wijst. En laten we de leiders zijn van onze vele broeders die op zoek zijn naar de weg, maar hem niet vinden.
En laten we onze denkgeest toewijden aan dit doel, en al onze gedachten erop richten de functie van verlossing te dienen. Ons is het als doel gegeven de wereld te vergeven. Het is het doel dat God ons gegeven heeft. Zijn einde van de droom is wat we zoeken, en niet het onze. Want we zullen niet anders kunnen dan erkennen dat al wat we vergeven, deel uitmaakt van God Zelf. En zo wordt de herinnering van Hem teruggegeven, volledig en compleet.
Het is onze functie ons op aarde Hem te herinneren, zoals het ons gegeven is in de werkelijkheid Zijn eigen compleetheid te zijn. Laten we dus niet vergeten dat ons doel gedeeld wordt, want het is die gedachtenis die de Godsherinnering bevat en de weg wijst naar Hem en naar de Hemel van Zijn vrede. Zullen we onze broeder, die ons dit kan bieden, dan niet vergeven? Hij is de weg, de waarheid en het leven dat ons de weg toont. In hem huist de verlossing die ons, door de vergeving die wij hem schonken, geboden wordt.
We zullen dit jaar niet beëindigen zonder de gave die onze Vader aan Zijn heilige Zoon heeft beloofd. Wij zijn vergeven nu. En we zijn van alle toorn verlost die we God hadden toegedacht, om te ontdekken dat het een droom was. We hebben onze innerlijke gezondheid hervonden, waarmee we begrijpen dat kwaadheid waanzin is, aanval dwaasheid en wraak niet meer dan een malle fantasie. We zijn van de toorn verlost omdat we begrepen hebben dat we ons hadden vergist. Niets meer dan dat. En is een vader boos op zijn zoon omdat die de waarheid niet begrepen heeft?
We komen in alle eerlijkheid tot God en zeggen dat we het niet begrepen hebben, en vragen Hem ons te helpen Zijn lessen te leren, met behulp van de Stem van Zijn eigen Leraar. Zou Hij Zijn Zoon willen kwetsen? Of zou Hij Zich haasten hem te antwoorden en zeggen: ‘Dit is Mijn Zoon, en al wat het Mijne is, is het zijne’? Wees er zeker van dat Hij zo zal antwoorden, want dit zijn Zijn eigen woorden aan jou. En meer dan dat kan niemand ooit hebben, want deze woorden bevatten alles wat er is, en alles wat er in alle tijden en in eeuwigheid zal zijn.
Les 361-365
Dit heilig ogenblik wil ik U geven. Neemt U het in handen. Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.
1. En als ik een woord nodig heb om me te helpen, zal Hij het me geven. Als ik een gedachte nodig heb, geeft Hij me die ook. En als ik alleen maar stilheid nodig heb en een rustige, open denkgeest, dan zijn dat de gaven die ik van Hem ontvangen zal. Hij heeft de leiding, op mijn verzoek. En Hij zal me horen en antwoord geven, want Hij spreekt namens God, mijn Vader, en Zijn heilige Zoon.