Inleiding

Deel I

Een theoretische fundering zoals de tekst die verschaft, is als kader noodzakelijk om de oefeningen in dit werkboek zinvol te maken. Maar pas het doen van de oefeningen maakt het doel van de cursus mogelijk. Een ongetrainde denkgeest kan niets tot stand brengen. Het is het doel van dit werkboek je denkgeest te trainen om te denken volgens de richting die de tekst aangeeft.

De oefeningen zijn heel eenvoudig. Ze vragen niet veel tijd en het maakt niet uit waar je ze doet. Ze behoeven geen voorbereiding. De trainingsperiode beslaat één jaar. De oefeningen zijn genummerd van 1 tot 365. Doe niet meer dan één stel oefeningen per dag.

Het werkboek is onderverdeeld in twee hoofdafdelingen: het eerste houdt zich bezig met het ongedaan maken van de manier waarop jij nu ziet, en het tweede met het verwerven van ware waarneming. Met uitzondering van de herhalingsperioden zijn de dagelijkse oefeningen elk rond één centraal idee opgebouwd, dat eerst wordt omschreven. Dit wordt gevolgd door de beschrijving van de specifieke richtlijnen volgens welke het idee van de dag moet worden uitgevoerd.

Het doel van het werkboek is je denkgeest systematisch te trainen in een andere waarneming van alles en iedereen in deze wereld. De oefeningen zijn ontworpen om je te helpen de lessen te veralgemenen, zodat je gaat begrijpen dat ze elk evenzeer toepasbaar zijn op je waarneming van alles en iedereen.

De overdracht van training verloopt bij ware waarneming niet op dezelfde wijze als de overdracht van de training in de wereld. Als ware waarneming is verworven met betrekking tot enige persoon, situatie of gebeurtenis, dan staat vast dat ze totaal op alles en iedereen overgaat. Anderzijds maakt één uitzondering, die buiten ware waarneming wordt gehouden, haar verwezenlijking waar dan ook onmogelijk.

De enige algemene regels, die dan ook steeds in acht dienen te worden genomen, zijn: ten eerste, dat de oefeningen zeer specifiek moeten worden uitgevoerd, zoals zal worden aangegeven. Dit zal jou helpen om de betreffende ideeën te veralgemenen naar elke situatie waarin je je bevindt en naar alles en iedereen daarbij betrokken. Ten tweede, zorg ervoor dat jij niet voor jezelf beslist dat er sommige mensen, omstandigheden of zaken bestaan waarop de ideeën niet toepasbaar zijn. Dit zal de overdracht van de training in de weg staan. Het is een wezenlijke eigenschap van ware waarneming dat ze zonder grenzen is. Ze is het tegendeel van de manier waarop jij nu ziet.

Het hoofddoel van alle oefeningen is het vergroten van je vermogen de ideeën die je zult oefenen zo uit te breiden dat ze alles omvatten. Dit zal van jouw kant geen inspanning vergen. De oefeningen zelf voldoen aan de voorwaarden die noodzakelijk zijn voor deze vorm van overdracht.

Sommige ideeën die het werkboek presenteert zul je moeilijk kunnen geloven, en andere kunnen nogal onthutsend lijken. Dit doet er niet toe. Jouw wordt slechts gevraagd de ideeën toe te passen zoals je opgedragen wordt. Er wordt je helemaal niet gevraagd ze te beoordelen. Er wordt je alleen gevraagd ze te gebruiken. Juist het gebruik ervan zal ze betekenis voor je laten krijgen en je tonen dat ze waar zijn.

Onthoud alleen dit: je hoeft de ideeën niet te geloven, je hoeft ze niet te aanvaarden, laat staan toe te juichen. Tegen een aantal ervan zul je je misschien heftig verzetten. Dit alles is niet van belang en zal hun uitwerking niet verminderen. Maar sta jezelf niet toe uitzonderingen te maken in de toepassing van de ideeën die het werkboek bevat; en – wat je reacties op de ideeën ook mogen zijn – gebruik ze. Meer wordt er niet gevraagd.

 

Les 32

Ik heb de wereld die ik zie bedacht.

1. Vandaag brengen we het thema van oorzaak en gevolg verder tot ontwikkeling. Jij bent niet het slachtoffer van de wereld die je ziet, omdat jij die bedacht hebt. Je kunt haar even makkelijk opgeven als je haar gemaakt hebt. Je zult haar zien of niet zien, al naar je wenst. Zolang je haar wilt, zul je haar zien; wanneer je haar niet meer wilt, zal ze niet langer voor jou te zien zijn.

2. Het idee voor vandaag geldt, net als de voorgaande, voor je innerlijke en uiterlijke wereld, die in feite dezelfde zijn. Maar omdat jij ze als verschillend ziet, zullen de oefenperioden voor vandaag opnieuw uit twee fasen bestaan, een die betrekking heeft op de wereld die jij buiten je ziet, en een op de wereld die jij in je denkgeest ziet. Probeer bij de oefeningen van vandaag de gedachte te introduceren dat beide in je eigen verbeelding bestaan.

3. We zullen de oefenperioden voor de ochtend en de avond weer beginnen met het idee voor vandaag twee tot drie keer te herhalen, terwijl je om je heen kijkt naar de wereld die jij ziet als buiten jezelf. Sluit dan je ogen en kijk rond in je innerlijke wereld. Probeer ze beide zo gelijk mogelijk te behandelen. Herhaal zonder haast het idee voor vandaag zo vaak als je wilt, terwijl je de beelden die jouw verbeelding aan je bewustzijn voorlegt gadeslaat.

4. Voor de twee langere oefenperioden worden drie tot vijf minuten aangeraden, met drie echt als minimum. Je kunt er meer dan vijf minuten voor nemen als je de oefening rustgevend vindt. Kies om dit te bevorderen een tijdstip uit waarop je weinig afleiding verwacht en waarop je zelf het gevoel hebt er redelijk klaar voor te zijn.

5. Deze oefeningen moeten ook door de dag heen worden voortgezet, en wel zo vaak mogelijk. De kortere toepassingen bestaan uit het langzaam herhalen van het idee, terwijl je ofwel je innerlijke, ofwel je uiterlijke wereld onderzoekt. Het doet er niet toe welke je kiest.

6. Het idee voor vandaag moet ook meteen worden toegepast op elke situatie die jou van je stuk brengt. Beoefen het idee door tegen jezelf te zeggen:

Ik heb deze situatie zoals ik die zie bedacht.

 

Laatst bijgewerkt: 31 jan 2024

 

 

Chat openen
Hallo, hoe kan ik je helpen?