1. Niemand kan genezen tenzij hij begrijpt welk doel ziekte schijnt te dienen. Want dan begrijpt hij eveneens dat dit doel zonder betekenis is. Omdat ziekte geen oorzaak en geen enkele zinvolle bedoeling heeft, kan ze überhaupt niet bestaan. Wanneer dit wordt ingezien, vindt genezing automatisch plaats. Ze verjaagt deze betekenisloze illusie met dezelfde aanpak als waarmee alle illusies naar de waarheid worden gebracht, en laat ze daar eenvoudig achter zodat ze kunnen verdwijnen.
2. Ziekte is geen toevalligheid. Zoals elke verdediging, is ze een waanzinnig middel tot zelfmisleiding. En net als alle andere is het doel ervan de werkelijkheid te verbergen, aan te vallen, te veranderen, absurd te maken, te vervormen, te verdraaien, of terug te brengen tot een hoopje losse onderdelen. Elke verdediging beoogt de waarheid te beletten heel te zijn. De delen worden gezien alsof ze ieder heel zijn in zichzelf.
3. Verdedigingen zijn niet onopzettelijk, en evenmin worden ze onbewust tot stand gebracht. Het zijn geheime toverstafjes waarmee je zwaait wanneer de waarheid lijkt te bedreigen wat jij graag geloven wilt. Ze schijnen onbewust te zijn enkel vanwege de snelheid waarmee jij ervoor kiest ze te gebruiken. In die seconde, of minder zelfs, waarin de keuze wordt gemaakt, begrijp je precies wat je probeert te doen, en denk je vervolgens dat het gedaan is.
4. Wie anders dan jijzelf beoordeelt iets als een bedreiging, beslist dat ontsnappen nodig is en zet een reeks verdedigingen op touw om de bedreiging te verminderen die als werkelijk beoordeeld werd? Dit alles kan niet onbewust worden gedaan. Maar achteraf vereist jouw plan dat je moet vergeten dat jij het hebt gemaakt, zodat het buiten je eigen bedoeling om leek te gaan, een gebeurtenis buiten de staat van jouw denken, een resultaat met een echte uitwerking op jou, in plaats van één door jouzelf bewerkt.
5. Juist dit snelle vergeten van de rol die jij speelt bij het maken van je ‘werkelijkheid’, maakt dat jouw verdedigingsmechanismen zich aan je controle lijken te onttrekken. Maar wat je vergeten bent, kan weer herinnerd worden, ervan uitgaande dat jij bereid bent de beslissing te heroverwegen die door vergetelheid dubbel wordt afgeschermd. Dat jij het je niet herinnert is slechts een teken dat deze beslissing, voorzover het jouw verlangens aangaat, nog altijd van kracht is. Zie dit niet ten onrechte aan voor een feit. Verdedigingsmechanismen moeten feiten onherkenbaar maken. Dat beogen ze, en dat doen ze dan ook.
6. Elke verdediging neemt fragmenten uit het geheel, voegt ze samen zonder zich te bekommeren om hun eigenlijke onderlinge verband, en bouwt zo de illusie op van een geheel dat er niet is. Het is dit proces dat de bedreiging vormt, en niet een of ander resultaat dat er mogelijk uit voortvloeit. Wanneer delen uit het geheel worden losgescheurd en worden gezien als afzonderlijk en als een geheel in zichzelf, worden ze symbolen die staan voor een aanval op het geheel, succesvol in hun uitwerking, en nooit meer als heel te zien. En toch ben jij vergeten dat ze slechts jouw eigen beslissing vertegenwoordigen over wat werkelijk moet zijn, om de plaats in te nemen van wat werkelijk is.
7. Ziekte is een beslissing. Het is niet iets wat jou overkomt, geheel ongezocht, dat je zwak maakt en je lijden brengt. Het is een keuze die jij maakt, een plan dat je opstelt, wanneer voor een moment de waarheid in je eigen misleide denkgeest oprijst en het lijkt of heel je wereld wankelt en op het punt staat om te vallen. Nu ben je ziek, opdat de waarheid zal weggaan en jouw verworvenheden niet langer zal bedreigen.
8. Hoe denk je dat ziekte erin kan slagen jou van de waarheid af te schermen? Omdat ze bewijst dat het lichaam niet van jou gescheiden is, en jij dus gescheiden van de waarheid moet zijn. Jij lijdt pijn omdat het lichaam pijn lijdt en in deze pijn word jij er één mee gemaakt. Zo wordt je ‘ware’ identiteit instandgehouden en wordt de vreemde, kwellende gedachte dat je iets zou kunnen zijn wat meer is dan dit hoopje stof het zwijgen opgelegd en tot stilte gebracht. Want zie, dit stof kan jou doen lijden, je ledematen ontwrichten, je hart doen stilstaan, en je bevelen dat je sterft en ophoudt te bestaan.
9. Zo is het lichaam sterker dan de waarheid, die jou vraagt te leven, maar jouw keuze om te sterven niet overwinnen kan. En zo is het lichaam machtiger dan het eeuwig leven, de Hemel brozer dan de hel, en wordt Gods plan voor de verlossing van Zijn Zoon weerstaan door een beslissing die sterker is dan Zijn Wil. Zijn Zoon is stof, de Vader incompleet, en chaos zit triomferend op Zijn troon.
10. Zo zien jouw plannen voor je eigen verdediging eruit. En jij gelooft dat de Hemel siddert voor zulke dwaze aanvallen als deze, waarbij God verblind is door jouw illusies, waarheid in leugen is veranderd, en heel het universum onderworpen is aan wetten die jouw verdedigingen eraan zouden willen opleggen. Maar wie anders gelooft er in illusies dan degene wiens bedenksel ze zijn? Wie anders kan ze zien en erop reageren alsof ze de waarheid waren?
11. God weet niet van jouw plannen om Zijn Wil te veranderen. Het universum blijft doof voor de wetten waarmee jij dacht erover te kunnen heersen. En de Hemel heeft zich niet gebogen voor de hel, noch het leven voor de dood. Het enige dat je kunt kiezen is te dénken dat je sterft of aan een ziekte lijdt, of de waarheid op enigerlei wijze verdraait. Wat geschapen is, staat los van dit alles. Verdedigingen zijn plannen om teniet te doen wat niet kan worden aangevallen. Wat onveranderlijk is, kan niet veranderen. En wat volkomen zondeloos is, kan niet zondigen.
12. Dat is de eenvoudige waarheid. Ze appelleert niet aan macht, noch aan triomf. Ze dwingt geen gehoorzaamheid af en probeert evenmin te bewijzen hoe jammerlijk en vergeefs jouw pogingen zijn om verdedigingen op te stellen die haar zouden veranderen. De waarheid wil jou louter geluk schenken, want dat is haar doel. Misschien zucht ze een beetje wanneer jij haar gaven weggooit, en toch weet ze met volmaakte zekerheid dat wat God voor jou wil, wel moet worden ontvangen.
13. Precies dit feit toont aan dat tijd een illusie is. Want tijd laat jou denken dat wat God je gegeven heeft nú niet de waarheid is, wat het ontegenzeggelijk moet zijn. De Gedachten van God staan geheel los van tijd. Want tijd is slechts een van die zinloze verdedigingen die jij tegen de waarheid hebt gemaakt. Wat Hij wil is niettemin hier, en jij blijft zoals Hij jou geschapen heeft.
14. De waarheid heeft een macht die elke verdediging verre te boven gaat, want illusies kunnen niet blijven bestaan waar de waarheid toegelaten wordt. En ze komt tot iedere denkgeest die zijn wapens neerlegt en ophoudt te spelen met dwaasheid. Ze kan op elk moment worden gevonden: vandaag, als je ervoor kiest te oefenen in het verwelkomen van de waarheid.
15. Dit is vandaag ons streven. En we zullen twee keer een kwartier geven om de waarheid te vragen tot ons te komen en ons vrij te maken. En de waarheid zal komen, want ze is nooit van ons gescheiden geweest. Ze wacht slechts op precies zo’n uitnodiging als wij vandaag geven. We leiden die in met een genezingsgebed, om ons te helpen uit te stijgen boven een verdedigende houding en de waarheid te laten zijn wat ze altijd is geweest:
Ziekte is een verdediging tegen de waarheid.
Ik zal de waarheid van wat ik ben aanvaarden,
en mijn denkgeest vandaag geheel laten genezen.
16. Genezing zal zich bliksemsnel door je open denkgeest verspreiden, terwijl vrede en waarheid de plaats komen innemen van oorlog en zinloze inbeeldingen. Er zullen geen donkere hoeken zijn die de ziekte nog verborgen kan houden en tegen het licht van de waarheid kan beschermen. Er zullen geen schimmige figuren uit je dromen in je denkgeest overblijven, noch hun duistere en onbeduidende bezigheden met dwaas gezochte dubbele bedoelingen. Je denkgeest zal genezen worden van alle ziekelijke wensen waaraan hij probeerde het lichaam te laten gehoorzamen.
17. Nu is het lichaam genezen, want de bron van ziekte is opengesteld voor leniging. En dat je goed geoefend hebt zul je aan het volgende merken: het lichaam vertoont geen enkel gevoel. Als je het met succes hebt gedaan zal er geen gevoel meer zijn van ziek zijn of gezond zijn, van pijn of plezier. Er is in de denkgeest geen enkele reactie op wat het lichaam doet. Zijn nuttigheid is het enige wat blijft, verder niets.
18. Misschien ontgaat het je dat dit de beperkingen wegneemt die jij het lichaam had opgelegd door de doelen die je eraan hebt toegekend. Zodra deze terzijde worden gelegd, zal de kracht die het lichaam heeft, altijd voldoende zijn om alle werkelijk nuttige doelen te dienen. De gezondheid van het lichaam is volledig gewaarborgd, omdat die niet beperkt wordt door de tijd, door het weer of vermoeidheid, door voedsel en drank, of door welke wetten ook waaraan jij het vroeger dienstbaar maakte. Je hoeft nu niets te doen om het gezond te maken, want ziekte is onmogelijk geworden.
19. Maar deze bescherming moet door zorgvuldige oplettendheid in stand worden gehouden. Als jij je denkgeest aanvalgedachten laat koesteren, laat toegeven aan oordelen, of plannen laat smeden tegen toekomstige onzekerheden, dan heb jij jezelf opnieuw misplaatst, en een lichamelijke identiteit gevormd die het lichaam zal aanvallen, want de denkgeest is ziek.
20. Mocht dit voorvallen, zorg dan voor een onmiddellijke remedie door jouw verdedigende houding niet toe te staan jou nog langer te schaden. Wees niet verward over wat genezen moet worden, maar zeg tegen jezelf:
Ik ben vergeten wat ik werkelijk ben, want ik heb mijn lichaam met mezelf verward. Ziekte is een verdediging tegen de waarheid. Maar ik ben geen lichaam. En mijn denkgeest kan niet aanvallen. Dus kan ik niet ziek zijn.