1. Soms levert het in het onderwijs profijt op de leerling terug te brengen tot praktische aangelegenheden, vooral nadat je hebt doorgenomen wat theoretisch schijnt en ver lijkt af te staan van wat hij al heeft geleerd. Dit zullen we vandaag doen. We zullen niet spreken over hoogstaande, wereldomvattende ideeën, maar in plaats daarvan stilstaan bij profijt voor jou.
2. Jij vraagt niet te veel van het leven, maar veel te weinig. Wanneer je toestaat dat jouw denkgeest wordt aangetrokken tot lichamelijke aangelegenheden, tot dingen die je koopt, tot aanzien zoals de wereld dat waardeert, vraag je om verdriet, niet om geluk. Deze cursus doet geen poging het weinige dat je hebt van jou af te nemen. Hij probeert niet utopische ideeën in de plaats te stellen van genoegens die de wereld bevat. Er zijn geen genoegens in de wereld.
3. Vandaag zetten we de werkelijke criteria op een rij waaraan jij alle dingen kunt toetsen die je meent te verlangen. Tenzij die aan deze gegronde vereisten voldoen, zijn ze het verlangen allerminst waard, want ze kunnen slechts de plaats innemen van wat meer te bieden heeft. Jij kunt de wetten die de keuze bepalen niet maken, evenmin als jij de alternatieven kunt maken waaruit je kiezen kunt. Kiezen kun je, sterker nog, dat moet je. Maar het is verstandig de wetten te leren die je in beweging zet wanneer je kiest, en te weten tussen welke alternatieven je kiest.
4. Wij hebben al beklemtoond dat er maar twee zijn, hoeveel het er ook lijken. De keuzeruimte is bepaald en dat kunnen we niet veranderen. Het zou hoogst onheus zijn tegenover jou om geen limiet te stellen aan de hoeveelheid alternatieven en zo jouw uiteindelijke keuze te vertragen totdat je ze in de tijd allemaal had overwogen, en jou niet ondubbelzinnig naar de plaats te voeren waar maar één keuze moet worden gemaakt.
5. Een andere milde en verwante wet is dat er geen compromis mogelijk is in wat jouw keuze je moet brengen. Ze kan jou niet maar een beetje geven, want er is geen tussenmaat. Elke keuze die jij maakt, brengt jou alles of niets. Daarom, als je de criteria leert waarmee jij alles van niets kunt onderscheiden, zul jij de beste keuze maken.
6. Ten eerste, als je iets kiest dat niet voor altijd blijft bestaan, heeft wat je gekozen hebt geen waarde. Een tijdelijke waarde is zonder enige waarde. Tijd kan nooit een waarde wegnemen die werkelijk is. Wat vervluchtigt en sterft, is er nooit geweest en heeft niets te bieden aan degene die het kiest. Hij wordt door een niets misleid, in een vorm die hij prettig denkt te vinden.
7. Vervolgens, als je ervoor kiest iets van iemand anders weg te nemen, zul jij niets overhouden. Dit komt doordat je, wanneer jij hem zijn recht op alles ontzegt, jezelf ook je recht daarop hebt ontzegd. Daarom zul je de dingen die jij werkelijk hebt, niet herkennen, omdat je ontkent dat ze er zijn. Wie iets probeert weg te nemen is misleid door de illusie dat verlies winst opleveren kan. Maar verlies kan alleen maar verlies opleveren, en niets meer dan dat.
8. Op je volgende overweging zijn alle andere gebaseerd. Waarom heeft de keuze die jij maakt waarde voor jou? Waardoor wordt jouw denkgeest ertoe aangetrokken? Welk doel dient ze? Hier kun je het makkelijkst van al worden misleid. Want wat het ego wenst, herkent het niet. Het spreekt de waarheid zelfs niet wanneer het die waarneemt, want het moet het aureool behouden dat het gebruikt om zijn doelen te beschermen tegen vlekken en roest, opdat jij kunt zien hoe ‘onschuldig’ het is.
9. Maar zijn camouflage is een dun vernisje, dat alleen diegenen kan misleiden die zich ermee tevredenstellen te worden misleid. Zijn doelen zijn zonneklaar voor ieder die de moeite neemt ernaar te zoeken. Hier wordt de misleiding verdubbeld, want degene die misleid wordt, zal niet merken dat hij er eenvoudig niet in is geslaagd iets te winnen. Hij zal geloven dat hij de verborgen doelen van het ego heeft gediend.
10. Maar alhoewel hij probeert het aureool van het ego helder voor ogen te houden, moet hij toch wel de vlekkerige randen en de roestige kern ervan zien. Zijn vergissingen, die geen uitwerking hebben, lijken hem zonden toe, omdat hij de vlekken als iets van hemzelf beschouwt, de roest als een teken van diepe onwaardigheid in hemzelf. Hij die niettemin de doelen van het ego in stand wil houden en ze als de zijne wil dienen, maakt volgens de voorschriften van zijn gids geen vergissingen. Deze leiding onderwijst dat het een dwaling is te geloven dat zonden slechts vergissingen zijn, want wie zou voor zijn zonden willen lijden als dit zo was?
11. En zo komen we aan het keuzecriterium dat het moeilijkst te geloven is, omdat zijn onmiskenbaarheid door vele lagen duisterheid wordt bedekt. Als jij je op een of andere manier schuldig voelt over je keuze, heb je toegestaan dat de doelen van het ego zich tussen de werkelijke alternatieven hebben ingeschoven. En zo besef jij niet dat er maar twee zijn, en het alternatief dat je gekozen denkt te hebben lijkt angstwekkend, en veel te gevaarlijk om slechts het niets te zijn dat het feitelijk is.
12. Alle dingen zijn waardevol of waardeloos, wel of in het geheel niet nastrevenswaard, volkomen wenselijk of niet de minste moeite waard. Kiezen is juist hierdoor gemakkelijk. Complexiteit is niets anders dan een rookgordijn dat het uiterst simpele feit verhult dat geen enkele beslissing moeilijk kan zijn. Wat is je winst wanneer je dit leert? Die is veel groter dan jou slechts makkelijk en zonder pijn keuzes te laten maken.
13. De Hemel zelf wordt bereikt met lege handen en een open denkgeest, die met niets komt om alles te vinden en er als het zijne aanspraak op te maken. We zullen proberen deze staat vandaag te bereiken, waarbij we zelfmisleiding afleggen en eerlijk bereid zijn alleen daaraan waarde te verlenen wat echt waardevol en werkelijk is. Onze twee langere oefenperioden van vijftien minuten elk beginnen als volgt:
Ik zal geen waarde geven aan wat geen enkele waarde heeft; alleen wat waarde heeft, zoek ik, want alleen dat wens ik te vinden.
14. En ontvang dan wat iedereen wacht die onbelast de poort van de Hemel bereikt, welke bij zijn komst openzwaait. Mocht je jezelf gaan toestaan wat nodeloze lasten te verzamelen, of te geloven dat je voor een paar moeilijke beslissingen staat, antwoord dan vlug met deze eenvoudige gedachte:
Ik zal geen waarde geven aan wat geen enkele waarde heeft, want mij behoort het waardevolle toe.