Herhaling

Inleiding

 

We doen nu opnieuw een herhaling. Deze keer zijn we bereid om meer moeite en meer tijd te besteden aan wat we ondernemen. We beseffen dat we ons aan het voorbereiden zijn op een nieuwe fase in ons begrip. We willen deze stap volledig zetten, opdat we met meer zekerheid, oprechter en met een steviger onderbouwd vertrouwen weer verder kunnen gaan. Onze schreden zijn niet altijd even vast geweest, en twijfels hebben ervoor gezorgd dat we onzeker en langzaam de weg gingen die deze cursus uit­eenzet. Maar nu spoeden we ons voort, want we naderen een grotere ze­kerheid, een bestendiger doel en een zekerder bestemming.

Sterk onze voeten, Vader. Laat onze twijfels bedaren en onze heilige denkgeest stil zijn, en spreek tot ons. We hebben geen woorden om aan U te geven. We wil­len slechts naar Uw Woord luisteren en het ons eigen maken. Leid onze oefening, zoals een vader een klein kind langs een weg leidt die het niet begrijpt. Toch volgt het, zeker dat het veilig is, omdat zijn vader het de weg wijst.
Zo brengen we onze oefening bij U. En als we struikelen, helpt U ons overeind. Als we de weg vergeten, rekenen we op Uw onfeilbare herinnering. We dwalen af, maar U zult niet vergeten ons terug te roepen. Versnel onze voetstap nu, op­dat we zekerder en sneller tot U kunnen gaan. En we aanvaarden het Woord dat U ons biedt om ons oefenen tot één geheel te maken, wanneer we de gedachten her­halen die U ons gegeven hebt.

Hieronder volgt de gedachte die aan de gedachten die we herhalen voor­af moet gaan. Elk daarvan verduidelijkt slechts een aspect van deze ge­dachte, of helpt die meer betekenis te geven, meer persoonlijk en waar te laten zijn, en meer het heilige Zelf te beschrijven dat we delen met elkaar en waarvoor we ons nu klaarmaken om het opnieuw te kennen:

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

Alleen dit Zelf kent Liefde. Alleen dit Zelf is volmaakt consistent in Zijn Gedachten, kent Zijn Schepper, begrijpt Zichzelf, is volmaakt in Zijn ken­nis en in Zijn Liefde, en wijkt nooit af van Zijn onveranderlijke staat van eenheid met Zijn Vader en Zichzelf.

En dit is het wat ons opwacht aan het einde van de reis. Elke stap die we zetten brengt ons een beetje dichterbij. Deze herhaling zal de tijd onmetelijk bekorten, als we in gedachten houden dat dit ons doel blijft; en dit is het waarop we, al oefenend, afgaan. Laten we ons hart verheffen van de stof naar het leven, terwijl we ons herinneren dat dit ons is beloofd, en dat deze cursus gezonden werd om het pad van licht voor ons te ontsluiten, en ons stap voor stap te leren hoe we terug kunnen keren naar het eeuwige Zelf dat we dachten te hebben verloren.

Ik maak de reis met jou. Want ik deel een korte poos je twijfels en je ang­sten, opdat je tot mij komen kunt die de weg kent waarlangs alle angst en twijfel overwonnen wordt. We gaan samen. Ik moet onzekerheid en pijn wel begrijpen, hoewel ik weet dat ze geen betekenis hebben. Maar een verlosser moet blijven bij hen die hij onderwijst, zien wat zij zien, maar nog steeds in zijn gedachten de weg vasthouden die hem eruit heeft geleid en nu jou eruit zal leiden samen met hem. Gods Zoon wordt gekruisigd tot jij deze weg met mij gaat.

Mijn opstanding gebeurt telkens weer wanneer ik een broeder veilig leid naar de plaats waar de reis eindigt en vergeten wordt. Ik word hernieuwd telkens wanneer een broeder leert dat er een uitweg is uit ellende en pijn. Ik word herboren telkens wanneer de denkgeest van een broeder zich tot het licht in hem wendt en naar mij zoekt. Ik ben niemand vergeten. Help mij nu jou terug te leiden naar waar de reis begonnen werd, om met mij een andere keuze te maken.

Bevrijd me terwijl je nogmaals de gedachten oefent die ik jou heb ge­bracht van Hem die jouw bittere nood ziet en het antwoord kent dat God Hem gegeven heeft. Samen herhalen we deze gedachten. Samen wijden we er onze tijd en moeite aan. En samen zullen wij ze onze broeders on­derwijzen. God wil niet dat de Hemel incompleet is. De Hemel wacht op jou, net als ik. Ik ben incompleet zonder jouw deel in mij. En wanneer ik heel ben gemaakt, gaan we samen naar ons aloude thuis, voor ons bereid voor tijd bestond en onveranderd door de tijd bewaard gebleven, ongerept en veilig, zoals het ten leste zijn zal wanneer er geen tijd meer is.

Laat deze herhaling dan jouw geschenk zijn aan mij. Want dit alleen heb ik nodig: dat jij de woorden zult horen die ik spreek en ze aan de wereld geeft. Jij bent mijn stem, mijn ogen, mijn voeten, mijn handen, waarmee ik de wereld verlos. Het Zelf vanwaaruit ik tot je roep, is niets anders dan het jouwe. Naar Hem zijn wij samen op weg. Neem je broeders hand, want dit is geen weg die we alleen gaan. In hem ga ik met jou, en jij met mij. Onze Vader wil dat Zijn Zoon één is met Hem. Wat kan er leven dat niet één is met jou?

Laat deze herhaling een periode worden waarin we een voor jou nieuwe ervaring delen, zij het een zo oud als de tijd, en ouder nog. Geheiligd jouw Naam. Jouw heerlijkheid voor eeuwig onbezoedeld. En jouw heelheid nu compleet, zoals God die gegrondvest heeft. Jij bent Zijn Zoon die Zijn uitbreiding compleet maakt in de jouwe. We oefenen slechts een aloude waarheid die we kenden voordat illusie de wereld scheen op te eisen. En we herinneren de wereld eraan dat zij vrij is van alle illusies, telkens wan­neer we zeggen:

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

Hiermee beginnen we elke dag van onze herhaling. Hiermee beginnen en eindigen we elke oefenperiode. En met deze gedachte slapen we in, om opnieuw te ontwaken met deze zelfde woorden op onze lippen, waarmee we een nieuwe dag begroeten. Iedere gedachte die we herhalen omlijsten we ermee, en we benutten de gedachten om dit in onze denkgeest hoog te houden en heel de dag door helder in onze herinnering te bewaren. En zo zullen we inzien, wanneer we deze herhaling hebben beëindigd, dat de woorden die we spreken waar zijn.

Toch zijn de woorden maar hulpmiddelen en hoeven ze, behalve aan het begin en aan het eind van de oefenperioden, alleen gebruikt te worden om de denkgeest, zo nodig, aan zijn doel te herinneren. We stellen ver­trouwen in de ervaring die uit oefening voortkomt, niet in de middelen die we hanteren. We wachten op de ervaring en beseffen dat alleen hierin overtuigingskracht ligt. We bedienen ons van woorden en proberen tel­kens en telkens weer daaraan voorbij te gaan naar hun betekenis, die ver voorbij hun klank gelegen is. De klank wordt zwakker en verdwijnt naar­mate we de Bron van de betekenis naderen. Het is Hier dat we rust vin­den.

 

 

 LES 178

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

(167) Er is één leven, en dat deel ik met God.

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

(168) Uw genade is mij gegeven. Nu maak ik er aanspraak op.

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

Chat openen
Hallo, hoe kan ik je helpen?